Studeren begint al in de klas. Neem daarom een goed oplettende houding aan. Zo verwerk je al een groot deel van de leerstof.
Daarnaast kies je thuis best voor een rustige plaats om te studeren. Zorg ervoor dat niets je kan afleiden. Leg je GSM tijdelijk aan de kant, schakel meldingen van sociale media even uit …

Vergeet zeker niet om regelmatig pauze te nemen en je studeerkamer te verluchten.

.

Start met na te gaan wat je moet doen voor je proefwerk.
Van welke vakken heb je een proefwerk?
Wat moet je kennen voor dit vak?
Is je werkboek volledig ingevuld?

Vervolgens ga je beslissen hoe je voor een vak gaat studeren.
Maak je een samenvatting?
Maak je een woordenlijst?
Maak je extra oefeningen?

Daarna kan je starten met studeren.

Tot slot is het belangrijk om na te gaan of je alle leerstof kent.
Herhaal de leerstof nog een keer of laat je eens afvragen door iemand anders.

Elke leerling studeert op de eigen manier.
Dit noemen we een leerstijl.
Studeer je beter luidop?
Studeer je beter al schrijvend?
Of studeer je beter al lezend?
Veel leerlingen kiezen echter voor een combinatie van deze drie.
Het is dan ook belangrijk dat je voor jezelf uitmaakt welke leerstijl voor jou het beste werkt.
Het is dan ook normaal dat je voor Nederlands misschien al schrijvend studeert en voor natuurwetenschappen misschien luidop.

Een gouden tip: herhalen, herhalen en nog eens herhalen.
Hoe vaker je de leerstof bekijkt, hoe beter je deze zal onthouden.
Daarom is het nuttig om leerstof in steeds in kleine deeltjes te verwerken.

Start aan een examen door eerst alle vragen te lezen.
Verdeel vervolgens je tijd over de verschillende vragen: zorg bijvoorbeeld voor wat extra tijd bij langere vragen.
Weet je het antwoord op een vraag niet meteen? Laat deze vraag even open en kom er nadien op terug.

Lees tot slot het examen goed na alvorens af te geven.

Én vooral: geloof in jezelf. Jij kan het! ​